Droom
Ik droomde dat ik droomde
dat wat ik droomde
ik niet onthouden kon
Maar hoe kan ik dan weten
dat ik droomde
dat wat ik droomde
ik niet onthouden kon
als ik niet kon onthouden
dat ik droomde
dat wat ik droomde
ik niet onthouden kon?
Heb ik dit nu echt gedroomd
of denk ik dat ik droomde
dat wat ik droomde
ik niet onthouden kon?
Schaakmat
Schaakmat, zei het Leven, ze glimlachte even
Ik geef je nu over aan mijn vriend de Dood
Na ons gezamenlijk dwalen, komt hij je halen
Ik kan je niet redden, zijn macht is te groot
Graag had ik je nog extra dagen gegeven
Om de tederheid van het bestaan te beleven
Maar hoe ver ook mijn kennis van talloze zetten
Ik weet er niet één om hem dit te beletten
Maar ik zag in de vochtige glans van haar ogen
Een blik zo meewarig, zo vol diep mededogen
En ik wierp mij ter aarde, omklemde haar voeten
Ach, laat mij toch niet deze kwelgeest ontmoeten
Hij, die mij van u steelt als een hart’loze dief
Laat mij nog heel even, met u samen leven
Dwing mij niet tot verlaten, ik heb u zo lief.
Schaakmat, zei het leven, ze glimlachte even
En knikte me toen blij bemoedigend toe
Geniet van de vrijheid die jou wordt gegeven
Ik moet eeuwig doorgaan, al ben ik ook moe
Het is niet zo moeilijk, wees niet zo bevreesd
Mijn partner en ik, we zijn beide illusie
En van ons tweeën, de Dood nog het meest
Droom
Ik droomde dat ik droomde
dat wat ik droomde
ik niet onthouden kon
Maar hoe kan ik dan weten
dat ik droomde
dat wat ik droomde
ik niet onthouden kon
als ik niet kon onthouden
dat ik droomde
dat wat ik droomde
ik niet onthouden kon?
Heb ik dit nu echt gedroomd
of denk ik dat ik droomde
dat wat ik droomde
ik niet onthouden kon?
Recept voor een gedicht
Men schudt wat zinnen losjes uit de mouw
En strooit ze willekeurig uit op het papier
Het luistert in dit stadium nog niet zo nauw
Wat humor daar, wat somberheden hier
Een vingerhoed bezieling, een mespuntje mystiek
Een handjevol verwarring, een tikkeltje venijn
Een theelepel compassie, een snufje romantiek
Het mag van alles maar een beetje zijn
Voeg roerend toe een onvervuld verlangen
naar een persoon die onbereikbaar is
naar iemand die zich niet zal laten vangen
beschrijf het onbeschrijfbare gemis
Wees niet te zuinig met de inspiratie
Gebruik indien gewenst een stichtelijk woord
Een goed gedicht berust op contemplatie
En strijkt in hart en geest een nieuw akkoord
Laat dan, na enkele dagen rustig garen,
(Proef tussendoor de woorden nog een keer)
Het baksel door een groot publiek ervaren
En wordt er enthousiast gevraagd om meer
is men verbaasd, verrast en zelfs verrukt?
Dan weet je dat het dichten is gelukt
Schaakmat
Schaakmat, zei het Leven
Ze glimlachte even
Schaakmat, zei het Leven
Nu komt de Dood
Berg de stukken maar op
er komt geen herkansing
je was te onverschillig
voor wat ik je bood
Schaakmat, zei het Leven
De Dood is een feest
Je zult moeten leren
Zijn bestaan te waarderen
Wij zijn beiden illusies
Maar ik nog het meest
Wanneer de zomer na een laatste groet
het licht uit doet, de zaal verlaat
en trappelend van ongeduld
een nieuw seizoen te wachten staat
dan doodt door diepe drang gedreven
een eikenboom zijn eerste blad
beëindigt bruut het broze leven
van wat hij eens heeft lief gehad
Maar als de herfstwind is verdwenen
geen winterkou hem meer belaagt
gaat het kriebelen in zijn tenen
omdat nieuw leven aandacht vraagt
door dezelfde drang gedreven
die hem dwong tot bladverval
verwelkomt hij met open armen
wat hij eens weer doden zal
Vandaag ga ik mijzelf
defragmenteren
Verdriet en pijn
gaan netjes op een rij
Dan zal ik met één zwaai
de reeks elimineren
En begint mijn harde schijf
weer met een schone lei
Vandaag ga ik mijzelf
radicaal resetten
Alles wat eens is geweest
moet onherstelbaar weg
Geen programma kan mij
deze handeling beletten
want mijn computer doet
geduldig alles wat ik zeg
Vanadaag zal ik mezelf
gaan formatteren
Elke letter die er staat
is een opmerking te veel
Ik zal als onbeschreven blad
het leven weer gaan leren
Vanaf de allereerste zucht
tot aan de laatste schreeuw
Niet meer
Niet meer moeten
Niet meer mogen
Niet meer opstaan
Tanden poetsen
Oren wassen
Goed
Tussen je tenen drogen
Geen brood meer
Uit de vriezer pakken
In het tosti apparaat
met vetarme kaas
Twee plakken
Niet meer zoeken
naar je tas
je jas
de sleutels van het huis
Niet meer
Na een lange dag
Hi schat
Ik ben weer thuis
Niet meer moeten
Niet meer mogen
Hoeveel dagen nog
Ik tel
De sterke slagen
Van mijn hart
Zo enthousiast
Nog wel…
Zo moe ben ik
Alsof ik van moeheid ben gebreid
Zo moe ben ik
Met naalden twee en dunne wol
Zodat geen moeheid wordt bevrijd
En toch nog door de gaatjes glijdt
Zo moe ben ik
Restjes blauw en geel en donkerrood
En hier en daar een stukje wit
Waarin de minste moeheid zit
Ach vond ik maar een losse draad
Geen seconde zou ik dralen
Om mijn strak gebreide lijf
Tot de allerlaatste steek
Volledig uit te halen
Zo moe ben ik