2
8959
Uit monden
Top 100
Mond - jij sponzende spraakkrater, jij pratende,
jij onverbiddelijke in het ogenblik, je knijpt
zo nat en zinnenminnend je zieleklanken klaar
tot woorden, uitgesproken naar het oppervlak
Maar het geeft niet, liefste, wat je diepste binnen
daar ooit van mij toch dacht, of hoe ze tal
van onvoltooide dingen zo waarachtig af naar
buiten bracht; zolang je mooie mond voor nu
maar even zacht, nietszeggend, naar mij lacht
En zou een zoen van binnenzin nog ooit
bij onze lippen mogen uitmonden, toe,
laat ons dan voor altijd, zielbezegeld
aan elkaar verbonden, voltooid bemind
verzoenend blijven, als aanelkaargeplaktelijven.